De Silbermannen hadden ook een zoon, maar die was niet thuis op het moment dat het huis werd leeggehaald. Wat er met hem is gebeurd, is niet bekend. Benzion en Gonda kwamen uit Lublin (Rusland) woonde korte tijd in Londen en Antwerpen, alvorens zich aan het Willebrordusplein te vestigen.” In het stadsarchief van de Gemeentepolitie Rotterdam staat dat ze de Nederlandse nationaliteit hadden en dat de Sicherheitspolizei ze op 29 oktober 1942 heeft opgepakt.
Tijdens deze kleine plechtigheid komt er uit de deur van 12a een jongeman in een wijde joggingbroek naar buiten. Verbaasd kijkt hij om zich heen, maar besluit vanaf de drempel de ceremonie te volgen. Na afloop spreek ik deze man, die feitelijk mijn buurman is, want onze panden grenzen aan de achterkant aan elkaar.
De man komt uit de Oekraïne en heeft na zijn studie in Rotterdam, hier werk gevonden als waterbouwkundige. Hij vertelt dat zijn oudtante eerst Buchenwald en daarna een Russisch concentratiekamp overleefde. Na terugkomst in haar dorp heeft ze nooit meer fatsoenlijk gefunctioneerd, waardoor zijn familie het op zich genomen had om voor haar te zorgen.